Leerdoelen leerverhaal De gekoesterde crisis

Dit leerverhaal is gecertificeerd door het schoolleidersregister met de volgende leerdoelen.

  1. De schoolleider brengt onder woorden vanuit welke context, nieuwsgierigheid, betrokkenheid en leerbehoefte hij besloten heeft dit traject te gaan volgen, welke gebeurtenissen hier de aanleiding voor vormden, welke personen hem hiertoe uitdaagden.
  2. De schoolleider begrijpt hoe en waarom tijdspecifieke- en lokale omstandigheden het verhaal van zijn school op een unieke manier bepalen.
  3. De schoolleider weet hoe hij alle betrokkenen, onderlinge relaties, interacties en gebeurtenissen op zijn school kan duiden als een zich voltrekkend, levend verhaal en hoe hij daar betekenis aan kan geven.
  4. De schoolleider onderkent waarom crises, problemen en uitdagingen van wezenlijk belang zijn om zijn organisatie als betekenisvol verhaal te kunnen interpreteren, hoe dat het bestaansrecht van zijn organisatie bepaalt en versterkt en wat zijn rol als betekenisgever daarbij is.
  5. De schoolleider weet hoe hij kwalitatief onderzoek kan doen naar het netwerk van onderlinge relaties, interacties en betekenissen binnen en rond zijn school, hoe hij de resultaten  kan presenteren en hoe hij daar conclusies uit kan trekken.
  6. De schoolleider onderzoekt en benoemt hoe de tijd waarin hij leeft en de lokale omstandigheden waarin hij staat het verhaal van zijn school bepalen.
  7. De schoolleider onderzoekt en benoemt welke crises, problemen en uitdagingen hij ziet in het levende verhaal van zijn school en waarvan hij denkt dat die het bestaansrecht van de school en zijn professie raken en daarom betekenisvol zijn.
  8. De schoolleider onderzoekt en benoemt de onderlinge relaties, interacties en betekenissen binnen en rond zijn school.
  9. De schoolleider reflecteert op de uitkomsten van zijn onderzoek en bepaalt welke conclusies hij daaraan verbindt en waarom.
  10. De schoolleider bepaalt wat de uitkomsten en conclusies van zijn onderzoek betekenen voor zijn eigen rol als schoolleider, maar ook voor het bestaansverhaal van zijn school, verwoord voor welke uitdaging hij zichzelf ziet en bepaalt welke benadering zou kunnen helpen om die uitdaging aan te gaan en reflecteert vervolgens nogmaals op hoe de uitvoering van deze benadering hem daadwerkelijk in zijn leiderschap hebben geholpen.
  11. De schoolleider bepaalt vanuit zijn eigen professionele waarden, drijfveren en identiteit waarom hij de gevonden uitdaging ook in de toekomst aan blijft gaan, wat dat betekent voor de beroepstandaard vanwaar uit hij werkt en wat de grotere maatschappelijk betekenis hiervan is.
  12. De schoolleider benoemt hoe de leerervaringen uit dit leerverhaal van hem een betere schoolleider maken, wat dat kan betekenen voor het imago van zijn beroepsgroep en breder, het beroepsimago van het onderwijs en de bereidheid van burgers om in het onderwijs te werken.