‘Wat ik ontdekte en hoe daarom deze leerverhalen ontstonden’

”‘k Zie ons nog staan. Het was op de gang, vlakbij de ingang, de directeur van ‘onze’ basisschool en ik. Nog in de tijd dat mijn kinderen elke dag hun beker en broodtrommeltje pakten, de deur uitstapten en de straat uitliepen, op weg naar school. Hij vertelde mij toen dat hij nogal worstelde met het contact met ouders. Hij was ervan overtuigd dat daar meer uit te halen viel. Alleen: het lukte hem niet om ze te bereiken. Althans, dat vond hij zelf. Ik zag al direct een mooie uitdaging en hij snel daarna ook.”

“Dat ik zijn probleem herkende, was allerminst vanzelfsprekend. Toen ik ooit gevraagd werd het personeelsblad en relatiemagazine van een grootstedelijk schoolbestuur met basis- en voortgezet onderwijs te maken, was ik niet enthousiast. Bepaald niet. Maar het liet wel de schoorsteen roken, dus toe maar. Onderwijs associeerde ik vooral met saaiheid en grijsheid. Maar dat bleek dus een enorme vergissing.”

”Meer en meer raakte ik geboeid door onderwijs. Ik interviewde leerkrachten, schoolleiders, ouders, mr-leden, ib’ers, rectoren, onderwijswethouders, hoogleraren en andere betrokkenen bij het onderwijs. Steeds scherper kreeg ik in beeld wat een geweldig verhaal er in het onderwijs schuilt. Tegelijkertijd viel het me steeds meer op dat de samenleving dit verhaal nauwelijks kent. Met allerlei vervelende gevolgen, zoals een dalend beroepsaanzien. Maar ik zag ook dat scholen vergeten dit verhaal te vertellen. Ze hebben immers de maatschappelijke opdracht kinderen te onderwijzen en op te voeden, samen met ouders? Past het vertellen van dit verhaal daar dan wel in? Mogen ze daar tijd, geld en energie in steken? Het is misschien een van de beste bewaarde geheimen van het onderwijs, maar: ja, dit mag! Nee, sterker nog, de principes van goed bestuur roepen scholen er zelfs toe op dit te doen. Om zo hun bestaansrecht te vestigen en steun te verweren in de samenleving voor hun missie. Daaraan herken je juist scholen met goed bestuur. Dat is wat ik ook ontdekte.”

”Daarom vonden die schoolleider en ik elkaar op de gang die dag. Van het een kwam het ander en we besloten een open leergemeenschap op te richten, met de naam De betekenisvolle school. Dat is dus een school die zijn betekenis voor de leerlingen, ouders en samenleving duidt, anderen daarin meeneemt, daaruit leeft en daaraan zijn bestaansrecht ontleent. We ontdekten ook dat de schoolleider een zeer belangrijke rol heeft bij het betekenisgeven aan onderwijs. En zo ontstond dus de betekenisvolle schoolleider: iemand die weet wat hij te zeggen heeft te midden van alle betrokkenen.”

”Op een gegeven moment kwamen we voor de vraag te staan: wat doe we met alle leeropbrengsten uit deze leergemeenschap? Hoe maak je die nuttig voor andere schoolleiders met hun scholen? Dat was even zoeken, maar waarom zou je niet aansluiten bij de periodieke herregistratie van schoolleiders in het kader van hun professionalisering? En zo ontstonden de leerverhalen voor de betekenisvolle schoolleider, die ik vanuit mijn mentoraat voor leergemeenschap De betekenisvolle school ontwikkelde en nog steeds ontwikkel. Want dat is nog een ander puntje: ik ontdekte dat leren, net als verhalen vertellen, een ontzettende boeiende en inspirerende menselijke eigenschap is. Een eigenschap die ik graag bij mezelf blijft voeden, maar zeker ook bij anderen! Vandaar dat ik ook veel plezier en voldoening beleef aan het begeleiden van schoolleiders bij het maken van hun leerverhalen. Trouwens: vertellen en leren hebben ook veel meer met elkaar te maken dat je op het eerste gezicht zou denken. Maar dat ontdek je vanzelf als je met leerverhalen aan de slag gaat voor je  professionalisering. Leren saai! Onzin: avontuur verzekert! En zo ontstonden dus deze leerverhalen.”